Na een geslaagd eerste fokkerscafé tuigpaard bij de Zilfia’s Hoeve in Houten werd gisteren het tweede en tevens laatste fokkerscafé georganiseerd in het Van der Valk hotel in Zwolle. Ook gisteravond werden onderwerpen als de duur van het verrichtingsonderzoek, het predicatenstelsel en andere onderdelen van het huidige selectiesysteem besproken. De aanwezigen konden onder leiding van Viggon van Beest, inspecteur tuigpaard, via hun mobiele telefoon of door het KWPN verstrekte iPad hun mening geven op verschillende stellingen.

De lat moet omhoog
Op de vraag of het verschil tussen de stermerries en keurmerries momenteel goed is, gaf 53,8% aan dat de lat voor het behalen van een sterpredicaat omhoog moet. Bij dezelfde vraag gaf zelfs 73,1% aan dat de lat voor het worden van keurmerrie omhoog moet. Daarnaast werd gevraagd of we het sterpredicaat op de stamboekkeuring al moeten toekennen. Een ruime meerderheid van 81,8% van de respondenten antwoordde hier ‘nee’. Opmerkelijk is dat tijdens het vorige fokkerscafé bij deze vraag de gegeven antwoorden nagenoeg gelijk verdeeld waren.

Toevoegingen aan de keuringen
Er werd gevraagd of het vrijbewegen in de kooi moet worden toegevoegd aan keuringen. 48.1% van de respondenten vindt van niet. De overige 51.9% gaf aan dit wel van toegevoegde waarde te vinden, maar de antwoorden waren erg verdeeld in of zij dit alleen bij de merrieselectie, alleen bij de hengstenselectie of bij beide selecties zouden willen zien.

Hengstenselectie
Met 59.3% van de stemmen, liet de meerderheid weten dat zij vinden dat het verrichtingsonderzoek korter zou moeten. Op de hierop volgende vraag wat de duur van het verrichtingsonderzoek in het voorjaar minimaal moet zijn, ging in totaal 57.2% voor de optie dat de duur minimaal 35 dagen zou moeten zijn. De rest ging hier voor minimaal 50 dagen. Voor het onderzoek in het najaar vulde 77,4% een duur van minimaal 35 dagen als antwoord in. 6.4% ging ditmaal voor de optie van minimaal 21 dagen, en de overige 16.2% vindt dat de duur minimaal 50 dagen zou moeten blijven.

Inteelt en verwantschap
Andere opvallende resultaten kwamen naar voren bij de vraag ‘Wat kunnen we doen om meer grip te krijgen op het inteelt en verwantschapspercentage?’ Hier gaven maar liefst 11 respondenten aan dat adviseren en voorlichten hierbij zou kunnen helpen.

Evaluatie
De ingebrachte ideeën, suggesties en voorstellen uit de beide fokkerscafés worden verzameld en verwerkt in het aanbevelingsrapport dat in de Fokkerijraad Tuigpaard wordt besproken en waaruit verder beleid kan worden gemaakt.