Rijpaard (springen en dressuur)














Tuigpaard





Gelders paard


Jong KWPN



Toepassen

In de vorige drie afleveringen is het algemene overzicht van de bouw van het maag-darmkanaal besproken en zijn de aandoeningen van mond, slokdarm, maag, dunne darm, blinde darm, dikke darm, rectum en anus voor het voetlicht gebracht. In de aflevering die nu voor u ligt, komt het gebit aan bod en worden de aandoeningen die hier nogal eens voorkomen, besproken.

De belangrijkste functie van het gebit is het verkleinen van het voer, zodat het goed kan worden doorgeslikt en in de rest van het maagdarmkanaal de vertering met behulp van maag-en darmsappen (maag, dunne darm) en met behulp van bacteriën en ééncelligen (blinde darm en dikke darm) goed kan verlopen.

Anatomie en naamgeving van tanden en kiezen
Het gebit van paarden is volledig aangepast aan het verwerken van grote hoeveelheden ruwvoer. Immers in de natuur grazen paarden zo’n 16-18 uur per etmaal. De lippen, tong en snijtanden spelen een belangrijke rol bij de inname van voedsel.

Tanden
Het volwassen paardengebit heeft twaalf snijtanden. Bij hengsten en ruinen zijn er hiernaast vaak vier hoektanden zichtbaar, bij merries groeien de hoektanden meestal niet of nauwelijks uit. Deze hoektanden zitten in het tandloze gedeelte tussen de snijtanden en de kiezen.

Kiezen
De kiezen in de bovenkaak en onderkaak vormen massieve kauwvlakken, die vanuit het kaakgewricht ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Het samenspel van de verschillende krachtige kauwspieren maken een zijdelingse maalbeweging van de onderkaak mogelijk, die ervoor zorgt dat het voedsel verder verkleind wordt. De kiezen van het paardengebit bestaan uit premolaren (kiezen die wisselen) en de molaren (kiezen die niet wisselen). De eerste kies in de kiezenrij (ook wel de eerste premolaar, P1 of wolfskiesje genoemd) is lang niet altijd aanwezig en als deze kies wel aanwezig is, is hij klein en voor het kauwproces eigenlijk van geen betekenis. De kauwvlakken van de kiezen van de onderkaak zijn duidelijk smaller dan die van de bovenkaak. Ook staan de kiezen normaliter iets scheef op elkaar, waarbij de kauwvlakken van de kiezen van de bovenkaak ook iets schuin staan.

Wisselen
Het melkgebit van een paard bestaat in de boven- en onderkaak uit zes melktanden, geen hoektanden en drie melkkiezen (P2, P3 en P4) aan iedere kant van de kaak. De melk-elementen worden tijdens de eerste 4,5 levensjaren van het paard allemaal gewisseld voor permanente elementen. Het gebit van een volwassen paard bestaat uit zes tanden in de bovenkaak en zes tanden in de onderkaak en aan iedere kant van de boven- en van de onderkaak zes kiezen (P2, P3 en P4, en M1, M2 en M3). Bij hengsten en ruinen zijn er vaak ook nog vier hoektanden aanwezig. Voor de naamgeving van de verschillende elementen wordt tegenwoordig meestal niet meer de anatomische benaming van de elementen gebruikt, maar het zogenaamde ‘gewijzigde Triadan systeem’. In dit systeem hebben alle gebitselementen een eigen driecijferige code (zie afbeelding), waardoor er, zeker tussen gebitsverzorgers en dierenartsen, veel minder kans is dat er verwarring ontstaat over welk gebitselement er nu wordt gesproken.

Doorgroeien
Bij paarden groeien zowel de tanden als de kiezen nog langdurig door. De klinische kroon (stuk van de tand of kies dat boven het slijmvlies uitsteekt) slijt wel af, maar doordat de tanden en kiezen eerst nog doorgroeien en dan langzaam verder naar buiten komen, blijven de zichtbare kronen ongeveer even lang. De kauwvlakken van de kiezen slijten gemiddeld 2-3 mm per jaar af. Naarmate de kroon van een snijtand verder afslijt, wordt de vorm en het uiterlijk van de wrijfvlakte wel steeds anders. De afslijting van de snijtanden van de onderkaak kan worden gebruikt bij het schatten van de leeftijd van het paard.

Onderbeet/overbeet
De snijtanden van boven- en onderkaak horen netjes op elkaar te staan, maar soms komt een overbeet of een onderbeet voor. Afhankelijk van de ernst van deze gebitsafwijking zal dit tot grotere of minder grote problemen leiden. Bij veel stamboeken wordt goed gelet op overbeet en onderbeet, omdat deze afwijkingen een duidelijke erfelijke component hebben. Bij het KWPN is een onder- of overbeet, die zo ernstig is dat de snijvlakken van de boven- en de ondertanden elkaar niet raken, reden om een paard niet in het stamboek op te nemen. Afhankelijk van de ernst van de onder- of overbeet kan bij het jonge veulen met cerclage draden in de mond de ’te snel groeiende’ onder -of bovenkaak geremd worden. De ’te korte/te langzaam groeiende’ kaak krijgt dan de mogelijkheid om de ‘geremde kaak’ in te halen. Bij het oudere, bijna uitgegroeide, paard kan de te korte onderkaak operatief worden verlengd, zodat de snijtanden elkaar weer raken en functioneel kunnen worden gebruikt.

Scherpe glazuurpunten of emailranden
Wanneer een paard de mond gesloten houdt, bedekken de kauwvlakten van de kronen van de boven- en onderkaakkiezen elkaar niet volledig. Dit komt omdat de kiezen van de bovenkaak breder zijn dan die van de onderkaak. Bovendien is de bovenkaak breder dan de onderkaak, waardoor de afstand tussen de twee rijen bovenkiezen groter is dan die tussen de twee kiesrijen onder (zie ook de foto’s met de nummering). Als het paard normaal kauwt, slijten door de ruime horizontale kauwbewegingen de kronen toch gelijkmatig af. Als een paard echter geen volledige kauwbewegingen maakt, slijten de kronen slechts gedeeltelijk af, waardoor er scherpe uitsteeksels op de randen van de kronen kunnen ontstaan. Scherpe emailranden kunnen eenzijdig of beiderzijds voorkomen. Eenzijdige emailranden kunnen ontstaan als het paard langdurig de betreffende kaakhelft niet goed gebruikt, bijvoorbeeld omdat zich daar een pijnlijk proces bevindt. Beiderzijdse emailranden worden gezien bij paarden met een dieet dat uit relatief weinig ruwvoer bestaat, waardoor het paard niet genoeg volledige kauwslagen hoeft te maken om het voedsel te verkleinen. Scherpe emailranden op de kiezen kunnen op zichzelf ook tot kauwstoornissen leiden, omdat ze tijdens het kauwen verwon[1]dingen kunnen veroorzaken van de tong en van het wangslijmvlies. De gebitsverzorger of de dierenarts kan het probleem van scherpe emailranden eenvoudig verhelpen door deze scherpe randen met behulp van een (elektrische) vijl te verwijderen. Vaak komen de scherpe randen na verloop van tijd weer terug en is het nodig het paard ieder jaar één tot twee keer te behandelen. Bij eenzijdige afwijkingen zal ook altijd bekeken moeten worden of hiervoor een onderliggende oorzaak kan worden gevonden.

Abnormale positie
Soms staat één tand of kies niet goed in de rij. Het afwijkende gebitselement sluit dan niet goed aan op de naastgelegen elementen. Een dergelijk element slijt vaak niet goed af, waardoor er na verloop van tijd problemen kunnen ontstaan. De behandeling bestaat in dat geval uit het trekken (extractie) door de dierenarts of het regelmatig inkorten van het betreffende element.

Kaakfracturen
Fracturen (breuken) van de boven- en onderkaak komen regelmatig voor. Een fractuur van het voorste deel van de onderkaak met betrokkenheid van snijtanden is de meest voorkomende kaakfractuur bij het paard. Deze fractuur ontstaat vaak doordat het paard met de snijtanden ergens vast komt te zitten (bijvoorbeeld tussen tralies of tussen de ruif) en zich in paniek lostrekt. De dierenarts kan dit soort fracturen meestal goed behandelen bij het staande paard onder sedatie en lokale verdoving. Na reiniging en terugplaatsen (repositie) worden fractuur en betreffende tanden gefixeerd met cerclages (vastzetten met ijzerdraad). Doorgaans genezen dit soort breuken snel en zonder complicaties.

Conclusie
Door de enorme verbeteringen die de laatste jaren in de tandheelkunde van het paard zijn bereikt, is er veel meer mogelijk. Attendheid van de eigenaar op eetproblemen en desgewenst regelmatige gebitscontrole helpen om gebitsproblemen snel en adequaat aan te pakken. Een deel van de problemen kan door gebitsverzorgers of dierenartsen worden opgelost en voor gecompliceerdere problemen zijn er diverse paardenklinieken die zich hierop hebben toegelegd.

Dit artikel komt uit het decembernummer van het KWPN Magazine. Wilt u graag het hele artikel lezen en meer lezen over het gebit en welke aandoeningen er nog wel eens voorkomen? Lees dan het artikel via onze website. Leden krijgen het KWPN Magazine, met daarin prachtige verhalen, interessante achtergrondartikelen, persoonlijke interviews en fokkerij-informatie, maandelijks thuisgestuurd. Geen lid? Bestel dan het KWPN Magazine in de KWPN Webshop.

Bron: KWPN (overname niet toegestaan)
Tekst en beeld: prof.em. dr. Marianne Sloet, Eikenlust Equine Consultancy, Bilthoven

Lidmaatschap KWPN

  • Iedere maand het KWPN Magazine - In de Strengen
  • Onbeperkt toegang tot KWPN.tv
  • Gratis advertenties plaatsen op KWPN Horses for Sale
Word nu lid
€22,- per jaar

JongKWPN lidmaatschap

  • Ben jij tussen de 16 en 30 jaar?
  • Ben jij geïnteresseerd in fokkerij en sport? 

Dan is JongKWPN vast en zeker iets voor jou! JongKWPN biedt een gevarieerd programma. 

Word nu lid

Official Partners


Het KWPN maakt gebruik van cookies

Wij vragen uw akkoord voor het gebruik van cookies op onze website. Meer informatie is beschikbaar in ons cookiebeleid.

Cookiebeleid