Rijpaard (springen en dressuur)














Tuigpaard





Gelders paard


Jong KWPN



Toepassen

In 2016 introduceerde het KWPN de genoomfokwaarde voor osteochondrose, die de genetische aanleg van het paard weergeeft ten opzichte van de actuele KWPN-populatie.

Osteochondrose(OC) is een veelvoorkomende gewrichtsaandoening waarbij door een verstoring in het verbeningsproces van kraakbeen naar bot afvlakkingen kunnen ontstaan. Is er sprake van een los stuk bot dan spreken we van OCD. Osteochondrose kan pijn en kreupelheid veroorzaken. In het kader van duurzaamheid en welzijn is het terugdringen van OC van groot belang. 

Hoe werkt de genoomfokwaarde precies?
Alle erfelijke eigenschappen van het paard zijn vastgelegd in het DNA – een soort blauwdruk voor het aansturen van alle processen in het lichaam. Ons lichaam – en dus ook dat van een paard – bestaat uit miljarden cellen en in iedere cel is DNA te vinden: een molecuul met daarop DNA-codes die voor ieder mens en dier uniek zijn. Het DNA is de belangrijkste drager van ons erfelijk materiaal en bepaalt uiteindelijk welke kleur ogen of haar we krijgen, en bij paarden bijvoorbeeld wat voor kleur of aanleg ze meekrijgen van de ouderdieren. De spiraalvormige DNA-streng bestaat uit genen, en het totaalpakket aan genen – oftewel al het DNA samen – noemt men het ‘genoom’ van het paard. Genoomselectie houdt dus in dat er tijdens de selectie van het paard gekeken wordt naar de samenstelling van dit genoom. Zo kan men in beeld brengen welk erfelijk materiaal voor bepaalde kenmerken (prestatie, gezondheid, exterieur) in een betere of minder goede variant aanwezig is.

Genoomselectie
Genoomselectie op osteochondrose brengt dit in kaart voor deze afwijking: het laat zien of een paard meer of minder kans heeft om dit aan zijn nakomelingen door te geven. Dit wordt uitgedrukt in een genoomfokwaarde waarin alle informatie over het DNA van het paard en zijn familieleden wordt samengebracht en wordt vergeleken met de gemiddelde DNA-samenstelling van de KWPN-populatie. Om bij paarden een succesvolle genoomtest te kunnen doen, moeten zij in een bepaalde mate een relatie hebben met de samenstelling van de referentiepopulatie, anders is het niet mogelijk om een kwaliteitsvolle genoomfokwaarde te berekenen. Wat moeilijk gaat zijn bijvoorbeeld de Gelderse en tuigpaarden: zij staan door selectie steeds verder af van de huidige rijpaardpopulatie, waardoor besloten is door de fokkerijraden om voor deze paarden nog geen genoomselectie in te zetten. Voor de meeste West-Europese rijpaardbloedlijnen/fokkerijen zal het echter prima uit te voeren zijn en zien we vrijwel nooit problemen.

Genoomfokwaarde
De genoomfokwaarde voor osteochondrose geeft dus de genetische aanleg van het paard weer ten opzichte van de huidige KWPN-populatie. Het gemiddelde van deze KWPN-populatie wordt op 100 gesteld. Individuele paarden kunnen daar in positieve of negatieve zin van afwijken. Paarden die een genoomfokwaarde scoren tussen de 96-104 zijn niet echt afwijkend van het gemiddelde. Scoort een paard 105 of hoger, dan mag verwacht worden dat dit paard minder osteochondrose door zal geven aan zijn nakomelingen. Scoort een paard 95 punten of lager dan geldt het omgekeerde en is de kans groter dan gemiddeld dat hij osteochondrose doorgeeft. Het KWPN heeft een predicaat ontwikkeld voor merries en hengsten die gemiddeld of beter dan gemiddeld scoren op de vererving van osteochondrose. Dit predicaat wordt het D-OC-predicaat genoemd en wordt afgegeven aan paarden die hoger dan 95 scoren. 

Referentiepopulatie
Om een goede genoomfokwaarde te kunnen berekenen moet je een vergelijking kunnen maken tussen de samenstelling van het DNA en het kenmerk waar je in geïnteresseerd bent, in dit geval OC. Je maakt dan een zogenaamde voorspellingsvergelijking. Deze vergelijking wordt ontwikkeld door het DNA van een paard op maar liefst 70.000 punten te markeren en de uitkomsten te koppelen aan de röntgenfoto’s van het dier. Door dit bij grote aantallen paarden te doen, wordt uiteindelijk een patroon zichtbaar, waaruit een vergelijking tussen de DNA-punten en de mate van OC naar voren komt. De paarden die gebruikt worden voor dit onderzoek en dus het opstellen van deze vergelijking wordt de ‘referentiepopulatie’ genoemd en vormen dus de basis van het genoomonderzoek. Het KWPN heeft in 2016 deze referentiegroep samengesteld, die toen zo’n 3.000 paarden bevatte. Het is belangrijk om deze referentiepopulatie up-to-date en dichtbij de huidige fokpopulatie te houden, om de genoomfokwaarde uiteindelijk zo kwaliteitsvol mogelijk te kunnen schatten. Jaarlijks wordt deze populatie dan ook uitgebreid met een honderdtal paarden van de jongste generatie én met bloedlijnen die veel voorkomen in de totale populatie, maar nog minder voorhanden zijn in de referentiepopulatie. 

Lidmaatschap KWPN

  • Iedere maand het KWPN Magazine - In de Strengen
  • Onbeperkt toegang tot KWPN.tv
  • Gratis advertenties plaatsen op KWPN Horses for Sale
Word nu lid
€22,- per jaar

JongKWPN lidmaatschap

  • Ben jij tussen de 16 en 30 jaar?
  • Ben jij geïnteresseerd in fokkerij en sport? 

Dan is JongKWPN vast en zeker iets voor jou! JongKWPN biedt een gevarieerd programma. 

Word nu lid

Official Partners


Het KWPN maakt gebruik van cookies

Wij vragen uw akkoord voor het gebruik van cookies op onze website. Meer informatie is beschikbaar in ons cookiebeleid.

Cookiebeleid