Broer Joeri bracht Dinja van Liere in contact met paarden
Vandaag komen de dressuurruiters in Parijs voor het eerst in actie tijdens de Grand Prix, met Dinja van Liere als eerste Nederlander voor Team NL. Dinja start Hermes, een zoon van Easy Game (uit Bukkie elite pref prest EPTM-dres D-OC van Flemmingh, fokker G. Gijsbers uit Loosbroek). Haar broer Joeri gaat als rolstoelbasketballer naar de Paralympische Spelen. Hoewel ze elkaar niet dagelijks spreken, verbindt de enorme drive om te presteren hen. Die drive leidt in een teamsport als rolstoelbasketbal bij Joeri soms tot frustraties: in een team heb je niet alles zelf in de hand. Datzelfde geldt soms ook voor Dinja, die er in het paardrijden ook niet alleen voor staat, maar van doen heeft met haar partner Hermès.
Dat Dinja met paarden in aanraking kwam heeft alles met haar oudere broer Joeri te maken, vertelt ze. Joeri was vroeger motorcrosser, waarin hij heel goed was en daar ook een sponsor voor had. De familie van Liere kwam regelmatig thuis bij die sponsor over de vloer. “Hun dochters hadden twee pony’s en een paard. Daar reed ik voor de eerste keer pony, dat vond ik geweldig.” Dinja’s opa zag het enthousiasme en kocht een tienrittenkaart bij de manege voor zijn kleindochter. “Dat vond ik wel een beetje saai, de pony van die kennissen ging veel harder. Op de manege reden we maar een beetje achter elkaar aan.” Uiteindelijk besloot Dinja’s opa om de pony van de kennissen aan te schaffen voor Dinja’s zevende verjaardag en vanaf toen kon ze elke dag rijden.
Keerpunt in carrière
Dinja kwam in 2011 terecht bij Stal Hexagon in het Zeeuwse Schore om een paard de galopwissels, een dressuuroefening, aan te leren. Daar informeerde staleigenaar Leunus na een tijdje of ze niet iemand wist die daar wilde komen werken. Die kans greep Dinja zelf met beide handen aan: tot dan toe reed ze vooral regionaal goed mee, maar van internationaal rijden kwam het nog niet. Bij Stal Hexagon ging het snel bergopwaarts. Een keerpunt in haar carrière kwam toen het paard Capri Sonne Jr., een paard van een ander eigenaar waar ze op dat moment heel succesvol mee was, werd verkocht. “Dat ging me zó aan het hart. Ik was er echt kapot van, ik had het er moeilijk mee om iedere dag langs zijn lege stal te lopen.” Dinja besloot dat ze het anders wilde doen en begon haar eigen stal. Ze klopte aan bij hengstenhouder Joop van Uytert, ook de eigenaar van haar huidige toppaard Hermès, of ze voor hem enkele paarden mocht rijden.
Van de paarden waarmee ze toen van nul af aan begon rijdt ze Hermès en Hartsuijker (haar eigen ‘reservepaard’ voor de Olympische Spelen) nog steeds. Vooral met Hermès heeft Dinja een bijzondere band. “Hij is heel slim en een enorme clown. Inmiddels ken ik hem door en door en kan ik erom lachen. Maar vroeger als hij veel energie had en onstuimig was, was het niet altijd makkelijk.” Samen kenden Dinja en Hermès veel ups en downs, maar het geloof in Hermès heeft ze altijd onvoorwaardelijk gehouden. Zijn talent voor de zwaarste dressuuroefeningen liet hij al van jongs af aan zien. Lichamelijk is alles makkelijk voor Hermès, maar zijn temperament zat hem eerst nog wel eens in de weg. “Hij bedoelde het nooit verkeerd of tegen mij, maar hij heeft gewoon een soort ADHD, hij kan heel druk en onstuimig zijn.”
Altijd happy en leergierig
Bij Hermès is de band die ze samen hebben heel belangrijk. “Hij laat zich niet zomaar door iedereen rijden. Ik ben voor hem door het vuur gegaan, daarom respecteert hij mij nu. Hij doet nu iets terug voor me, maar zijn respect heb ik echt moeten winnen.” Het moeilijkste blijft om Hermès goed bij de les te houden. “Hij kan halverwege een proef ineens denken: ‘ik ga nu iets voor mezelf doen’ en dan is zijn aandacht weg. Wel is het echt een heel vrolijk paard, hij is altijd opgewekt en happy. Hij vind alles leuk, grappig, wil alles weten en houdt ervan om nieuwe dingen te leren.”
Ups en downs
Dinja’s weg naar de top met Hermès kende ook moeilijke momenten. Op het WK Jonge dressuurpaarden, toen Hermès 7 jaar was, had de hengst andere plannen en kon Dinja haar proef niet afmaken. Ook in Doha (Qatar) gebeurde jaren later hetzelfde. En dan was er nog de Olympische Spelen van Tokio, waar kort van te voren bleek dat Dinja door een administratieve fout niet kon deelnemen, terwijl ze één van de best presterende Nederlandse combinaties was. Vorig jaar, in aanloop naar het EK Dressuur, raakte Hermès geblesseerd en zou hij een lange tijd nodig hebben om te herstellen. “Tokio was heel pittig, maar aan mijn band met Hermès heeft het niets veranderd. Zijn blessure vorig jaar vond ik moeilijker, omdat Hermès dat zelf ook vervelend vond. Hij wil altijd graag werken en nu stond hij ineens stil. Ik merkte dat hij onrustig werd, hij verveelde zich. Hij was zó blij toen we weer mochten!”
De moeilijke momenten in haar carrière kan Dinja goed in perspectief zien. “Als je ‘downs’ hebt gehad, dan zijn de ‘ups’ nog veel gaver. Als je langs de zijlijn staat brengt het je echt weer even ‘down to earth’. Toen ik met Hermès weer op wedstrijd kon en afgelopen NK Dressuur alles lukte in onze proef werd ik daarom ook emotioneel.”
Denken in oplossingen
Dinja’s oudere broer Joeri zorgde er ook voor dat ze anders tegen dingen aan kan kijken. Zijn weg naar de topsport verliep anders. Joeri had een succesvolle motorcross (supercross) carrière, maar door een ongeluk daarbij liep hij een dwarslaesie op. Dinja zocht hem destijds dagelijks op in het ziekenhuis. “Onze band is toen wel hechter geworden, maar we zijn geen familie die wekelijks bij elkaar op de koffie gaat. Na Joeri’s ongeluk is onze band wel sterker geworden. Ik vind het zó knap dat hij er toen direct alweer positief in stond, terwijl ik dacht: dit is het ergste wat je kan gebeuren.” Joeri bewees het tegendeel en presteert nu heel goed in het rolstoelbasketbal. “We denken allebei in oplossingen, niet in problemen. Hij probeert altijd een manier te vinden om iets toch voor elkaar te krijgen, dat typeert ons wel. Wat mij bijvoorbeeld in de aanloop naar Tokio gebeurde met mij en Hermès kon ik daardoor wel relativeren.”
De beste willen zijn
Joeri van Liere is een echte sportman en wist al vroeg dat hij een carrière in die richting ambieerde. “Het maakt me eigenlijk niet uit welke sport, misschien kies ik over een aantal jaar wel voor bijvoorbeeld rolstoeltennis. Ik wil wel altijd de beste zijn, ongeacht in welke sport.” Dat heeft Dinja minder, denkt Joeri: zij is verknocht geraakt aan de paarden. “Mij trekt het wedstrijden spelen heel erg, maar nu ik een teamsport doe mis ik het individuele van het motorcrossen wel eens. In een teamsport kan je ook zomaar op de bank zitten tijdens een groot toernooi, het is soms lastig om daarmee om te gaan. Ook is de para-sport best lastig, je moet soms spelen tegen mensen die een minder zware handicap hebben. Als je altijd wil winnen is het soms lastig om dat een plek te geven.”
Eigen team gecreëerd
Vroeger in de motorsport steunde Joeri erg op zijn familieleden, maar inmiddels is hij zelfstandiger. “Zowel Dinja als ik hebben een eigen team om ons heen gecreëerd. Daardoor voelt het soms wel alsof ik in twee werelden leef. Thuis is totaal anders dan wanneer we aan het trainen zijn.” Met Dinja praat hij niet heel vaak over de topsport, maar ze is wel degene die hem daarin het beste begrijpt, vindt Joeri. “Veel vrienden en familie staan best ver van topsport af. Daar kunnen Dinja en ik elkaar in vinden. We komen dezelfde problemen tegen. Ook Dinja heeft met teamgenoten en een bondscoach te maken, ik in het rolstoelbasketbal ook. We zijn allebei personen die graag de dingen zelf onder controle houden. Ook het stukje doorzettingsvermogen dat wij hebben vind ik bij weinig andere mensen terug. Soms is dat ook wel vermoeiend, maar het komt wel tot goede resultaten”, lacht Joeri.
Met dieren werken is mooi
Joeri snapt Dinja’s liefde voor paarden heel goed. Dinja glimacht: “Hij is zelf ook gek op dieren en als hij eens op stal is komt hij ook altijd de paarden lekker aaien.” Joeri beaamt dat: “Ik heb zelf ook zo’n band met mijn hond, dus ik snap Dinja daarin heel goed. Dat Dinja in staat is zo’n goede band met haar paarden op te bouwen vind ik heel knap, sowieso is het heel mooi om met dieren te kunnen werken. Dat heb je in geen enkele andere sport.” Dinja is zich de laatste jaren steeds bewuster geworden van het voorrecht dat ze heeft om met paarden te mogen werken. “Juist doordat ik best wat moeilijke momenten heb gehad in mijn sport de laatste jaren ben ik weer met beide benen op de grond gezet. Ik weet nu dat het thuis in rust met mijn paarden bezig zijn het mooiste is. De wedstrijden zijn slechts de kers op de taart.”
Bron: KWPN
Foto's Dinja en Joeri privébezit, foto Hermes Hippofoto.be