Tips & tricks ter preventie van rhinopneumonie
De laatste maanden zijn er geen grote uitbraken van rhinopneumonie gerapporteerd, dit betekent echter niet dat het Equine Herpesvirus verdwenen is. 80% van de paarden ouder dan 2 jaar is drager van het equine herpesvirus (EHV). Ook al vertonen ze zelf geen symptomen, ze kunnen wel virus uitscheiden en op die manier andere paarden besmetten.
EHV-1 is één van de meest voorkomende infectieuze oorzaak van abortus. Welke maatregelen kan je zelf als fokker nemen om je paard(en) te beschermen tegen EHV? Hieronder vind je enkele tips en tricks terug, ter preventie van rhinopneumonie.
Stalmanagement
De meeste besmettingen gebeuren via direct contact, vermijd daarom onderling neus-contact tussen vreemde paarden. Houd op stal sportpaarden, fokpaarden en jonge paarden gescheiden van elkaar. Het virus kan door stress gereactiveerd worden. Sportpaarden lopen meer risico om besmet te worden omdat ze op wedstrijd in contact komen met vreemde paarden die het virus mogelijk overdragen. Ook het transport en zware trainingen maken dat deze paarden vaker onderhevig zijn aan stress waardoor de weerstand kan verminderen. Jonge paarden hebben dan weer een beperkte afweer tegen het virus, waardoor ze bij infectie veel virus uitscheiden. Jonge paarden vormen een besmettingsbron voor drachtige merries die op hun beurt kunnen gaan verwerpen. Het is aangewezen om nieuwe paarden 4 weken in quarantaine te plaatsen alvorens ze samen te zetten met andere paarden. Zorg voor goede ventilatie in de stallen.
Weidemanagement
Ook weidemanagement maakt deel uit van deze preventieve maatregelen. Paarden worden het best in vaste groepen op de weide gehouden. EHV kan ook door indirect contact overgedragen worden. Een buffer tussen de weide en de straat zorgt ervoor dat mogelijke besmettingen via voorbijgangers vermeden wordt. En ook hier geldt dezelfde quarantaine regel: een nieuw paard wordt gedurende 4 weken op een aparte weide te houden, zonder direct contact met andere paarden.
Hygiënemaatregelen
Hygiënemaatregelen op stal beperken de mogelijke overdracht van rhinopneumonie via indirect contact. Zoals eerder aangegeven wordt het aangeraden om verschillende groepen paarden te scheiden op stal. Per groep eigen stalmateriaal gebruiken (kruiwagen, borstel, emmers...) beperkt het risico op besmetting tussen de verschillende groepen paarden. Het spreekt voor zich dat elk paard zijn eigen materiaal heeft zoals borstels, zadeldekje en hoofdstel.
Bezoekers
Vaak is het in pensionstallen een komen en gaan van paardeneigenaren en andere (professionele) bezoekers. Ook hier kunnen eenvoudige regels de kans op infectie verminderen, denk hierbij aan het wassen van je handen als je op stal aankomt. Het dragen van bedrijfskleding is de normaalste gang van zaken op intensieve veehouderijbedrijven, zoals de varkenshouderij. Waarom op maneges/pensionstallen niet voorstellen dat de hoefsmid of paardentandarts overschoenen en/of een wegwerp overall aantrekt? Het spreekt voor zich dat, indien er verdachte of zieke paarden op stal staan, deze als laatste worden behandeld en dat nadien al het gebruikte materiaal ontsmet wordt.
Vaccinatie
Alhoewel vaccinatie geen 100% bescherming biedt, zal een gevaccineerd paard minder symptomen vertonen bij ziekte. Gevaccineerde paarden scheiden minder virus uit, waardoor de verspreiding en besmetting naar andere paarden vermindert. Het vaccineren van de hele stal zorgt voor groepsimmuniteit omdat de infectiedruk lager is. Vaccinatie tegen rhinopneumonie gebeurt steeds met geïnactiveerd vaccin. Dit wil zeggen dat het vaccin zelf geen aanleiding kan geven tot abortus bij paarden. Entreacties na vaccinatie zijn mogelijk, maar meestal mild en van voorbijgaande aard. Vaccinatie verkleint sterk het risico op abortus, tot 80%. Om een goede bescherming te verkrijgen moeten fokmerries drie keer gevaccineerd worden tijdens de dracht. Uw dierenarts geeft u graag meer advies.
Meer informatie
Wil je graag meer weten over rhinopneumonie? Bekijk dan zeker de interessante video over “Preventie rhinopneumonie bij paardenfokkerijen”, waarin de eigenaar van Stoeterij Van De Helle vertelt welke maatregelen zij nemen ter preventie van EHV.
Bron: Zoetis