De Wierdense fokker Jan Ooms kreeg dit jaar op de KWPN Stallion Show een mooie fokkerspremie uitgereikt nadat zijn Aganix du Seigneur-dochter Rayfa-Pinacolada met 86 punten de best scorende springmerrie in de EPTM was. Ook een jaar eerder leverde Jan Ooms uit eigen fokkerij al een EPTM-topper. Uit de Balia- en de Pinacolada-stam fokte hij bovendien al meerdere internationale springpaarden.

Hobbymatig houdt Jan Ooms (74) zich al ruim vijftig jaar bezig met de paardenfokkerij. Hij heeft een boerenachtergrond, zijn ouders gebruikten paarden voor het werk op het land, en de fokkerij heeft vanaf het begin zijn interesse gehad.

Hoger niveau
Wat begon met het kruisen van Groningse en Gelderse merries met volbloedhengsten, heeft zich in de loop der jaren steeds meer gespecialiseerd richting het fokken van goede springpaarden. “Samen met mijn vrouw heb ik altijd één of twee veulens per jaar gefokt, maar in de jaren 90 trok zij de conclusie dat onze merries eigenlijk niet goed genoeg waren. Mijn vrouw vond dat ik de mindere paarden weg moest doen en voor betere merries moest gaan”, vertelt Jan Ooms die spijtig genoeg twee jaar geleden afscheid moest nemen van zijn vrouw. “In 1996 hebben we toen de Calvados-merrie Ipinacolada voor de helft van Johan Venderbosch gekocht. De hengstenkeuzes maakten we in overleg en familie Venderbosch kocht meestal de hengstveulens, zodat ik met de merrieveulens verder kon. Een jaar later kocht ik bij fokker Henk Wolbers het merrieveulen Pibalia-W, dat was een dochter van Burggraaf. Zo hadden we eind jaren 90 twee stammen. Het doel was om met de beste stam verder te gaan, maar het feit dat we ruim 25 jaar later nog steeds met beide stammen fokken zegt wel genoeg denk ik”, lacht de fokker. “Het fokken van goede springpaarden is vanaf die tijd altijd ons doel geweest.” Rechtstreeks uit Pibalia W fokte Jan het internationaal 1.45m-geklasseerde springpaard Glasgow O (v.Lord Z) van Karla Schumacher en hield hij aanvankelijk twee dochters aan voor de fokkerij.

Prestatiegericht
Zowel Ipinacolada als Pibalia W zijn op basis van hun nakomelingen prestatie verklaard en hebben zich ontwikkeld tot waardevolle stammoeders. In het jaar dat Ipinacolada werd verkocht aan Jan Ooms, bracht ze bij haar fokker Johan Venderbosch het latere Grand Prix-paard Ocolado (v.Habsburg), dat onder Ellen Whitaker succesvol was op het hoogste niveau. Daarnaast leverde ze zowel in directe als indirecte lijn meerdere goede springpaarden. “Ipinacolada’s Indoctro-dochter Wipina Colada heeft heel goed gefokt. Zij bracht meerdere internationale springpaarden, waaronder Fionapina Colada. Die Berlin-dochter heb ik door Steven Veldhuis laten rijden en hij heeft met Fionapina een aantal internationale wedstrijden gereden waaronder het WK in Lanaken, en daarna hebben we haar verkocht naar Jean Luc Mourier. Ik vind het schitterend om naar concours te gaan en kan niet alle merries aanhouden voor de fokkerij, daarom laat ik ze in de sport uitbrengen en meestal worden ze daarna verkocht.” Fionapina Colada boekte in Franse dienst tien internationale overwinningen, waaronder tweemaal de 1.45m-Grand Prix van CSI2* St.Tropez.

EPTM-topper
Naast Wipina Colada hield Jan Ooms uit deze lijn ook de Numero Uno-dochter Cupina Colada aan voor de fokkerij. “Uit haar hebben we twee veulens gefokt, waaronder de Baltic-dochter Hayfa-Pinacolada, waar ik de lijn mee voortzet. Cupina Colada heb ik laten rijden door Robert Vos en daarna is ze naar Amerika verkocht, waar ze op 1.45m-niveau heeft gesprongen.” Haar fokker liet de Baltic VDL-dochter Hayfa-Pinacolada ook uitbrengen in de sport. “Hayfa heeft met Steven op 1.35m-niveau gelopen en deed dat heel goed. Ze was snel en heeft veel gewonnen. Met haar was het van tevoren duidelijk dat ik haar voor de fokkerij wilde aanhouden. Dit jaar verwacht ik van haar een veulen van Drummer 2000 TN, vorig jaar bracht ze een mooi merrieveulen van Denzel van ’t Meulenhof.” Hayfa-Pinacolada sprong als vierjarige al naar 80 punten in de IBOP en leverde in combinatie met Aganix du Seigneur de zeer getalenteerde Rayfa-Pinacolada. “Rayfa heeft het eind vorig jaar heel goed gedaan in de merrietest, ze behaalde de hoogste score van 2024.” Deze elitemerrie Rayfa-Pinacolada kwam met 9’s voor vermogen en aanleg als springpaard uit op de topscore van 86 punten, en bezorgde haar fokker daarmee een door de Vrienden van de fokkers van het KWPN beschikbaar gestelde fokkerspremie, die werd uitgereikt tijdens de KWPN Stallion Show. “Rayfa heeft onlangs een heel mooi merrieveulen gebracht van Tattoo TN en ik denk dat ik haar nog een keertje laat dekken. Dan kan ze daarna de sport in. Dat is het voordeel dat ze in de EPTM al veel geleerd heeft, dan pakt een ruiter haar daarna zo weer op.”

Balia-stam
Met een EPTM-score van 86 punten ging de fokker knap op herhaling, want begin 2023 kwam ook zijn zelfgefokte elitemerrie Onily Balia O (Poker de Mariposa TN uit Hester-Balia O ster D-OC van Canabis Z) tot dit hoge puntentotaal. “Bij beide merries kwam dat wel echt als een verrassing. Natuurlijk zag ik wel dat ze goed sprongen op de beoordelingsmomenten in de merrietest, maar hier durf je van tevoren niet eens op te hopen. Mij bevalt het heel goed om deel te nemen aan de EPTM, omdat de paarden veel leren in een korte tijd en de beoordeling ook gelijk gecombineerd kan worden met stamboekopname. Ik moet alles uitbesteden en als je je paard bij een ruiter neerzet om bijvoorbeeld aan de IBOP deel te nemen, ben je uiteindelijk zeker zoveel geld kwijt. En als het dan ook nog eens zo uitpakt als bij Rayfa-Pinacolada en Only Balia is dat natuurlijk helemaal geweldig. Want ze zijn allebei elite geworden met heel goede punten voor hun springtalenten.” Onily Balia O is een kleindochter van stammoeder Pibalia W. “Uit Pibalia W fokten we acht keer op rij een hengstveulen, voordat we eindelijk twee merrieveulens kregen. Dus als fokker moet je soms wel echt een lange adem hebben!

Geluk
Als belangrijkste succesfactor noemt Jan het geluk. “Zonder geluk bereik je niks in de fokkerij. Natuurlijk ben ik heel blij dat we zo’n dertig jaar geleden hebben geïnvesteerd in goede merries, want daar pluk ik nu nog steeds de vruchten van. Ook heb ik geluk gehad dat bepaalde hengsten zich heel goed hebben ontwikkeld in de fokkerij, nadat ik ze heb gebruikt, zo heb ik meerdere goede nakomelingen van Baltic gefokt en is dat nu een heel waardevolle vererver. De laatste jaren overleg ik veel met familie Nijhof als het gaat om de hengstenkeuzes. Zo kwam ik vijf jaar geleden ook bij Aganix du Seigneur uit, de vader van Rayfa-Pinacolada. Ik waardeer het dat ze ook hengsten adviseren die niet van hen zelf zijn. Ook met Steven heb ik wel eens gesprekken over de hengstenkeuzes, want in de loop der jaren heeft hij mijn beide stammen ook goed leren kennen. Het is fijn om wat kundige mensen om je heen te hebben. Bovendien heb ik het geluk dat ik goede hulp op stal heb, want in je eentje bereik je niks. Voorheen deed ik alles samen met mijn vrouw, daarnaast helpt Karin Haarkamp mij al zo’n 25 jaar met de paarden en daar ben ik enorm blij mee. Ik heb nu nog zes paarden thuis staan en wil eigenlijk maximaal twee veulentjes per jaar fokken, dus dan moet er ook met regelmaat wat verkocht worden. Wat dat betreft is het heel mooi dat mijn fokproducten goed terecht komen en in de sport voor reclame kunnen zorgen, net zoals de twee merries in de EPTM hebben gedaan. En daarnaast geniet ik er zelf enorm van als mijn paarden het goed doen op concours. Ik heb geen opvolgers dus zo lang het goed gaat, ga ik met deze mooie hobby verder”, besluit Jan Ooms.

Dit is een deel van een artikel uit het nieuwste nummer van het KWPN Magazine. Wilt u graag meer artikelen lezen? Leden krijgen het KWPN Magazine, met daarin prachtige verhalen, interessante achtergrondartikelen, persoonlijke interviews en fokkerij-informatie, thuisgestuurd. Geen lid? Bestel dan het KWPN Magazine in de KWPN Webshop.

Bron: KWPN (overname niet toegestaan)
Tekst: Jenneke Smit
Foto: Jacob Melissen