Rijpaard (springen en dressuur)














Tuigpaard





Gelders paard


Jong KWPN



Toepassen

In de twee vorige afleveringen zijn de huidproblemen die ontstaan door schimmelinfecties en bacteriële infecties besproken, nu komen de huidaandoeningen aan bod die het gevolg zijn van parasieten. Dit kunnen zowel parasieten zijn die op het paard leven als parasieten die als ‘passant’ langs komen en toch veel problemen kunnen veroorzaken.

Als wordt uitgegaan van huidproblemen kunnen bij paarden onder meer tot de ‘parasieten’ worden gerekend: mijten, luizen, vliegen, muggen, knutten, dazen en worm.

Teken
Teken leven een deel van hun cyclus als parasiet op gewervelde dieren. Ixodes ricinus is de meest voorkomende soort in Nederland en wordt vooral gevonden in gebieden met bos, struikgewas, houtwallen, vochtige heidegronden en moerassige gebieden met een ruige vegetatie. Sinds begin deze eeuw wordt soms ook Dermacentor reticulatus gevonden in drassige en verwilderde weilanden in de regio Noord-Brabant - Zuid-Holland – Zeeland.

Diagnose stellen
Teken zijn met het blote oog goed te zien en te herkennen.

Symptomen
Larven, nimfen en volwassen teken zetten zich vast in de huid en zuigen bloed. Met hun beten beschadigen ze de huid en in hun speeksel zitten ook weefsel-irriterende stoffen. Verder kunnen teken besmettelijke aandoeningen overbrengen zoals ‘Lyme’, maar dat is bij paarden een incidenteel probleem dat heel gecompliceerd is.

Behandeling
Een individuele teek kan worden verwijderd door deze er met een tekenpincet of tekenhaakje (zonder verdoven) voorzichtig uit te trekken inclusief de monddelen. Bij grotere aantallen teken kan in overleg met de dierenarts een antitekenmiddel worden gebruikt. Vroeger werd geadviseerd de teek met alcohol te verdoven, maar nu wordt dat juist afgeraden omdat de teek bij verdoven alsnog zijn speeksel met eventuele ziekteverwekkers in het paard (of mens) zou kunnen spuiten. Na verwijderen van de teek de beetplaats desinfecteren met alcohol.

Vliegen
De vliegen omvatten een hele grote groep insecten waartoe ook de horzels, de luisvliegen en de brom- en vleesvliegen behoren. Er zijn parasitaire vliegen die voor hun ontwikkeling een gastheer nodig hebben (‘obligate = verplichte parasieten’) zoals horzels en er zijn vliegen die een gastheer gebruiken maar daar niet strikt van afhankelijk zijn (‘facultatieve parasieten’) zoals Lucilia sericata.

Horzels
Horzels zijn grote, harige vliegen. Zij hebben rudimentaire monddelen en steken dus niet. Horzels zijn in hoge mate gastheerspecifiek. Bijzonder aan horzels is dat de volwassen horzels vrij-levend zijn en de larven parasitair zijn. Uit de op de haren gelegde eitjes komen larven die door oplikken in de gastheer terecht komen. Deze larven kunnen zich alleen in de weefsels van een geschikte gastheersoort ontwikkelen (het zijn obligate parasieten) en brengen bij het paard onder meer enige tijd in de maag door. De ontwikkeling gaat langzaam en duurt maanden. Horzellarven komen vervolgens weer via de ontlasting in de buitenwereld en verpoppen dan. Dit gebeurt in ons land in de zomer. De volwassen horzels zijn actief van de zomer tot het begin van de herfst. De belangrijkste soort bij het paard is de paardenhorzel (Gasterophilus intestinalis). De infectie komt regelmatig voor bij paarden en pony’s die buiten lopen. Het Gasterophilus-vrouwtje legt de gelige eieren, vooral in de zomer, op de haren van de manen, de schouder, de onderbenen en de flanken. De eieren zijn heel moeilijk van de haren te verwijderen. Wassen met een handwarme oplossing van een antiparasitair middel doodt een groot deel van de larfjes die in deze eieren zitten. De lege eitjes blijven echter vaak zitten. Paardenhorzels veroorzaken vaak wat onrust en stampen met de benen. De larven van Gasterophilus intestinalis vindt men vooral in de maag. Deze larven kunnen zo nodig in november/december in overleg met de dierenarts worden bestreden.

Huis- en stalvliegen
Naast de parasitaire vliegen zijn er ook niet-parasitaire vliegen, dat zijn vliegen die zich niet op of in de gastheer ontwikkelen. Deze vliegen zijn van betekenis doordat zij steken en bloed zuigen, zich voeden met vocht of bloed uit wondjes en soms ook als overbrenger (vector) van allerlei kiemen fungeren. Voorbeelden van bloedzuigende vliegen zijn de Stomoxys calcitrans (stalvlieg) en de Haematobia irritans (vlieg vooral op rundvee). De stalvlieg komt vaak in zeer grote hoeveelheden in stallen voor. Dit is mogelijk doordat de cyclus van de vlieg zich goed en snel kan afspelen in mesthopen. Musca domestica, de gewone huis- of kamervlieg, is ook vaak een plaag in stallen, maar deze vlieg zuigt geen bloed. Er zijn diverse mogelijkheden om deze insecten aan te pakken, overleg de voor- en nadelen met uw dierenarts.

Muggen
De steekmuggen of muskieten zijn middelmatig grote, slanke insecten met lange poten. Alleen de vrouwtjes zijn bloedzuigend. De beet van muggen kan bij paarden leiden tot bultjes net als bij de mens. De eieren worden vooral gelegd in stilstaand water. Daar ontwikkelen zich ook de larven en vormen zich de poppen. De volwassen muggen zijn het meest aanwezig in de zomer. Sommige steekmuggen kunnen ziekten overdragen, waarvan het Westnijlvirus op dit moment het meest wordt gevreesd. Bestrijding van de muggen vindt bij voorkeur plaats door het wegnemen van de muggenbroedplaatsen en door te zorgen voor een goede afwatering. Paarden kunnen met antimuggenmiddelen behandeld worden of buiten een insectendeken dragen.

Dazen
Dazen of paardenvliegen zijn stekende en bloedzuigende vliegen. Ze zijn krachtig van bouw en grijszwart tot geelbruin van kleur. Ze zijn vooral in de zomer op broeierige dagen actief. Ook de mens kan door dazen worden aangevallen. De bekendste soort in ons land zijn de runderdaas (Tabanus bovinus) en de paardendaas (Tabanus sudeticus), die bij rund en paard voorkomen. De meeste paarden ervaren de beten van dazen als pijnlijk en paarden zijn doorgaans bang voor dazen. Sommige paarden krijgen na een beet ook een flinke bult die na één tot twee dagen weer verdwijnt. Dazen kunnen met hun grote monddelen voldoende bloed meenemen om bepaalde virusziekten zoals bijvoorbeeld equine infectieuze anemie (EIA) over te brengen van paard naar paard. Gelukkig komt EIA in Nederland op dit moment niet voor.

Conclusie
Parasitaire huidaandoeningen vormen een lastige groep onder de huidaandoeningen, omdat de veroorzakers van deze problemen vaak met het blote oog niet te zien zijn of na kort contact met het paard al weer verdwenen zijn. Het is verstandig om bij huidproblemen, van welke aard dan ook, niet ‘zomaar’ wat te proberen, maar direct met de dierenarts te overleggen. Dan krijgen problemen niet de kans zich uit te breiden, maar worden ze direct geïdentificeerd en adequaat aangepakt.

Dit artikel komt uit de nieuwste editie van het KWPN Magazine. Wilt u graag het hele artikel lezen en meer lezen over huidproblemen en infecties met parasieten? Lees dan het artikel via onze website. Leden krijgen het KWPN Magazine, met daarin prachtige verhalen, interessante achtergrondartikelen, persoonlijke interviews en fokkerij-informatie, maandelijks thuisgestuurd. Geen lid? Bestel dan het KWPN Magazine in de KWPN Webshop.

Bron: KWPN (overname niet toegestaan)
Tekst en beeld: prof.em. dr. Marianne Sloet, Eikenlust Equine Consultancy, Bilthoven

Lidmaatschap KWPN

  • Iedere maand het KWPN Magazine - In de Strengen
  • Onbeperkt toegang tot KWPN.tv
  • Gratis advertenties plaatsen op KWPN Horses for Sale
Word nu lid
€22,- per jaar

JongKWPN lidmaatschap

  • Ben jij tussen de 16 en 30 jaar?
  • Ben jij geïnteresseerd in fokkerij en sport? 

Dan is JongKWPN vast en zeker iets voor jou! JongKWPN biedt een gevarieerd programma. 

Word nu lid

Official Partners


Het KWPN maakt gebruik van cookies

Wij vragen uw akkoord voor het gebruik van cookies op onze website. Meer informatie is beschikbaar in ons cookiebeleid.

Cookiebeleid