Guusje ter Horst treedt per 1 december af als voorzitter van de Sectorraad Paarden (SRP). Ze geeft het stokje over aan oud-LNV-minister Gerda Verburg, maar niet zonder terug te blikken op haar voorzitterschap van de afgelopen drie jaar.  

Per 1 december 2023 loopt voor Ter Horst haar driejarige bestuursperiode af, en zij heeft ervan afgezien om haar aanstelling met drie jaar te verlengen. “Bijtekenen zou voor drie jaar zijn. Ik ben nu 71 en ik wil minder gebonden zijn aan werk. De SRP staat er qua financiën en ondersteuning beter voor dan drie jaar geleden en dus kan ik de SRP met gerust hart overlaten aan de nieuwe voorzitter.” 

Belangenbehartiging 
De SRP behartigt de collectieve belangenbehartiging van de hippische sector. Individuele organisaties zullen weinig effect sorteren in Den Haag, laat staan dat zij het collectieve belang van de hippische sector kunnen vertegenwoordigen. De lobby in de politieke wandelgangen is essentieel, en een groot voordeel was dat Ter Horst als oud-politica die gangen – en haar bewoners – al heel goed kende. “Dan ken je de lijntjes en weet je waar je moet zijn voor de diverse onderwerpen. Zo was de publiciteit rondom financiële geldstromen in de paardensector aanleiding voor mij om contact te leggen met de directeur-generaal van het Ministerie van Financiën. Daaruit is de SRP-werkgroep belastingen ontstaan, waarin ook de Belastingdienst en de Douane participeren. De werkgroep buigt zich over het vraagstuk hoe fraude - waardoor de sector negatief in de belangstelling zou kunnen komen - is te voorkomen.” 

Koerswijziging op welzijn  
Gezondheid en welzijn van paarden zijn kernthema’s van de SRP. Bij haar aantreden had Guusje ter Horst een duidelijk boodschap op dat vlak: “Het is de hoogste tijd dat de sector zijn welzijnsdoelen concretiseert.” Welke stappen zijn er onder haar voorzitterschap gezet? “Alle organisaties, direct of indirect aangesloten bij de SRP, is gevraagd om hun welzijnsbeleid met de SRP te delen. Voor sommige organisaties betekende dat explicieter beschrijven welke stappen er op gebied van paardenwelzijn gezet gaan worden. Voor andere organisaties was het een eerste stap om beleid op paardenwelzijn in beeld te brengen. Diverse organisaties hebben concreet stappen gezet van beleid naar realisatie. Neem bijvoorbeeld de SNDR, die het gebruik van de zweep in de drafsport heeft aangepakt. De FNRS is systematisch bezig om de kwaliteit van maneges en stallen te verbeteren. Het KWPN voert actief campagne om het uitscheren van oren en het afscheren van tastharen tegen te gaan. De ‘acht beloften aan mijn paard’ van de KNHS is een mooie manier om paardrijders zich bewust te laten zijn van het welzijn van hun paard.

Registratie van paarden en het voorkomen van uitbraken 
Een van de werkgroepen van de SRP is de I&R-werkgroep, die zich richt op de aangescherpte Identificatie- en Registratieplicht van paarden die sinds april 2021 van kracht is. Niet alleen het paard moet een paspoort en een chip hebben, ook moet de locatie waar het paard gehouden wordt, bekend zijn. De Europese Animal Health Law is de basis voor deze nieuwe plicht voor houders van paarden. Ter Horst: “Nu, ruim tweeënhalf jaar verder, valt het nog niet mee om iedere houder van paarden geïnformeerd te krijgen over de registratieplicht. Daarnaast blijft de werkgroep I&R druk bezig, in overleg met de uitvoerende RVO-instantie om het registreren van paarden te vereenvoudigen, want dat is hard nodig.”  

Uittreden van de KNHS 
Recent werd bekend dat de KNHS zich uit de SRP heeft teruggetrokken. Hoe kijkt Ter Horst naar het vertrek van de Nederlandse sportbond? “Dat is zonder meer zeer spijtig te noemen. We hebben zeven leden als SRP: twee vanuit de fokkerij, drie vanuit de bedrijven, twee vanuit de sport. Van die twee vanuit de sport is de grootste, de KNHS, uit de SRP getreden. De SRP gaat gewoon door, maar de KNHS heeft met haar vertrek de hippische sector geen dienst bewezen. Wat tot nu toe door en voor alle sectoren werd besloten, of het nou een hitteplan is of welzijnsbeleid, gaat nu naast elkaar en misschien zelfs wel tegen elkaar in werken. In ieder geval vraagt het om extra overleg en daar zit niemand op te wachten. Ik vind het onbegrijpelijk dat de KNHS in plaats van als grootste organisatie verantwoordelijkheid te nemen voor het geheel, een eigen koers gaat varen. Hun argument dat ze dan kunnen versnellen op welzijn slaat, met alle respect, nergens op; want elke organisatie kan op haar eigen terrein zo snel gaan als ze zelf wil, graag zelfs. Qua argumentatie dus onbegrijpelijk en ongefundeerd. Maar goed, ik hoop en verwacht dat de KNHS op haar schreden zal terugkeren en weer haar plaats in de Sectorraad zal innemen.” 

De toekomst 
Ter Horst ziet de toekomst van de paardensector positief in. “In mijn rondgang drie jaar geleden antwoordde iemand op mijn vraag wat het belangrijkste was dat de SRP zou moeten bereiken: ‘dat we over tien jaar nog op een paard kunnen zitten’. Er zijn nu drie jaar voorbij en als de hippische sector laat zien dat zij welzijn van het paard op één zet, dat in de sector wordt samengewerkt om dat te bereiken, en er voor mensen die het welzijn van het paard aan hun laars lappen geen plaats meer is, dan lukken die andere zeven jaar ook nog wel en hopelijk nog veel langer.”  

Dit artikel komt uit het nieuwste nummer van het KWPN Magazine. Wilt u graag meer lezen over Guusje ter Horst? Leden krijgen het KWPN Magazine, met daarin prachtige verhalen, interessante achtergrondartikelen, persoonlijke interviews en fokkerij-informatie, maandelijks thuisgestuurd. Geen lid? Bestel dan het KWPN Magazine in de KWPN Webshop.

Tekst: Sectorraad Paarden 
Beeld: Sushilla Kouwen