Rijpaard (springen en dressuur)














Tuigpaard





Gelders paard


Jong KWPN



Toepassen

De Pavo Cup viert dit jaar een indrukwekkend jubileum: al dertig jaar is het dé competitie voor jonge dressuurtalenten. Deze kweekvijver voor talent bracht de afgelopen drie decennia niet alleen opvallende paarden voort, maar ook ruiters en amazones die uitgroeiden tot vaste waarden in de sport.

In 1995 vond de eerste Pavo Cup plaats, toen gewonnen door Mieke Ruisaard-van Gent (voor veel mensen bekend onder de naam Mieke de Kok) met Junior STV (v.Uniform) en Marie-Jose Timmermans met Iglesias. Deze succesvolle eerste editie vormde het startschot van dertig jaar Pavo Cup, enkel in het coronajaar 2020 konden er geen Pavo Cup-kampioenen gekroond worden. Dat zorgt ervoor dat de competitie komend jaar voor de dertigste keer op het programma staat: een pareljubileum.

Begin van mijn carrière
Marie-Jose Timmermans (voorheen Hulsman) werd in 1995 gekroond als eerste Pavo Cup-winnares in de rubriek voor vijfjarige paarden. Ze reed toen de KWPN-hengst Iglesias (v.Rubinstein I). “Je kunt wel zeggen dat dit voor mij het begin van mijn carrière was”, blikt ze terug. “Het was een heel mooie tijd en Iglesias heeft me echt op de kaart gezet. Eerst wonnen we de Pavo Cup, later de Levade (toenmalig nationaal kampioenschap, red.) in het Z1. Op dat moment was ik net een eigen dressuurstal gestart, deze overwinningen gaven me naamsbekendheid en zo kreeg ik meer jonge paarden in training. In die tijd was het nog niet verplicht om met een KWPN-hengst deel te nemen aan de Pavo Cup, maar eigenaren Lauw en Jenet van Vliet kwamen met het idee om Iglesias op te geven. Het was toen al heel groot opgezet met een finale op de UTV, waar de paarden werden overgereden door Monica Theodorescu en Ellen Bontje. Mijn Pavo Cup-titel was een grote overwinning, het gaf mijn bedrijf een boost, maar ook mezelf.”

Gemaakt
37 ruiters en amazones wonnen in hun carrière een Pavo Cup-titel, het grootste gedeelte van hen komt uit Nederland. Er zijn echter een paar uitzonderingen, waaronder Amerikaan Nick Wagman. Hij zegevierde in 1996 en 1997 met de bekende Flemmingh-zoon Krack C. “Op dat moment besefte ik me niet hoe bijzonder het was om de Pavo Cup te winnen”, lacht hij. “Alles was toen nog nieuw voor me en ik was gewoon al heel blij dat ik zo’n speciaal paard mocht rijden. Pas toen we voor de tweede keer wonnen, drong het tot me door hoe apart dit eigenlijk was. Ik kijk er nu met heel veel trots op terug, het was een heel bijzonder moment zo vroeg in mijn carrière. Krack was een bijzonder paard, er waren in die tijd niet veel paarden die zo konden lopen als hij. Hij was anders dan andere paarden in die tijd en dat zorgde voor veel discussie rond hem. Heel veel mensen dachten dat het gemaakt was, maar dit was wel zijn natuurlijke manier van bewegen. Als hij nu mee zou doen aan de Pavo Cup zou hij er niet meer zo uitspringen als toen, maar ik denk dat hij nog steeds tot de top zou behoren. Toen ik in de Pavo Cup reed, werden de paarden meestal nog op een natuurlijke manier gepresenteerd. Een paar paarden als Krack sprongen eruit en de verwachtingen veranderden, mensen wilden een paard zien dat ook zo expressief kon bewegen. Ik denk dat daar te veel de nadruk op kwam te liggen, waardoor er te veel druk op de jonge paarden werd gelegd. Dat verandert nu gelukkig weer en jury’s willen de paarden natuurlijker zien bewegen. Er zullen altijd uitzonderlijke paarden blijven, maar het mag niet zo zijn dat elk paard zich daaraan moet gaan meten om succesvol te kunnen zijn.”

Opstap
Voor veel ruiters was de Pavo Cup een opstap, waar ze op relatief jonge leeftijd aan meededen en waarna ze doorontwikkelden tot de Grand Prix. Voor Joyce Vroom is dit anders, zij was 46 toen ze in 1997 de Pavo Cup op naam schreef. “Dat was de mooiste ervaring uit mijn leven”, steekt ze van wal. “Ik heb erg mooie dingen meegemaakt met de paardensport, maar dit was wel heel apart. Er deden veel bekende ruiters en goedgekeurde hengsten mee, daar reed ik als onbekende amateur tussen. Ik heb nooit de ambitie gehad om professioneel te gaan rijden. Ik ben wel op mijn zevende begonnen met rijden, maar dat was op de lokale ponymanege. Pas heel laat heb ik een eigen paard kunnen kopen, omdat mijn ouders daar het geld niet voor hadden. Dan heb je toch een andere opstart dan veel anderen die meededen aan de Pavo Cup. Ik leerde mijn man kennen en hij werkte wel in de paarden, daardoor ben ik altijd blijven rijden. Uiteindelijk heb ik op mijn 57e Grand Prix gereden.”

Dubbelslag
Tot 2016 was de Pavo Cup enkel voor vier- en vijfjarige paarden. Slechts drie ruiters presteerden het om in één jaar in beide leeftijdscategorieën aan kop te gaan. Een van hen is Liseon Kamper, die haar dubbeslag in 1999 vierde. Dit deed ze met de KWPN-hengsten Norway (v.Jazz) en Montecristo (v.El Corona) van Stoeterij Broere. “Dat was echt hartstikke gaaf”, blikt Liseon terug. “Het jaar ervoor was ik eigenlijk wat teleurgesteld. Ik had met Montecristo veel gewonnen, maar in de finale was toen alles nog afhankelijk van de gastruiter. Toen werd ik tweede en in 1999 nam ik revanche. Ik heb genoten van alles wat ik gewonnen heb, maar ook veel geleerd van de dingen die ik niet won. Ik reed toen erg goede paarden bij de familie Broere, dus er werd natuurlijk wel wat van me verwacht. Er lag een bepaalde druk op om het goed voor elkaar te hebben en dat lukte met beide paarden. Norway was niet altijd makkelijk, ik ben vaak heel vroeg opgestaan om met hem baan te gaan verkennen. Montecristo was daarentegen echt een mak schaap. Ik heb bijna tien jaar voor Stoeterij Broere gewerkt. Alle paarden kreeg ik groen onder het zadel en leidde ik op tot de Lichte of Zware Tour. Eén keer per week ging ik lessen bij Bert Rutten. Ik hielp mee in de stallen, maar reed twaalf paarden en zat dus vaak laat in de avond nog op paard. Ik was dol op de paarden en had het daardoor ontzettend naar mijn zin. Het winnen van de Pavo Cup was geweldig, maar ik heb er ook echt van genoten om iedere dag met de paarden bezig te zijn. Ik heb ook wel eens moeilijke paarden gehad, maar ik heb altijd geprobeerd om er wat van te maken. Als dat dan lukte, was ik superblij.”

Zes titels
Een van de ruiters die als vaakst met de Pavo Cup naar huis ging, is Hans Peter Minderhoud. Hij won maar liefst zes keer. In 2001 boekte hij zijn eerste overwinning met Rubels (v.Rafurstinels). Ook 2004 was een bijzondere editie, hij ging toen met zowel Sandreo (v.Sandro Hit) als Florencio (v.Florestan I) aan kop. In 2007 won hij zijn laatste titel, toen met de preferente hengst Vivaldi (v.Krack C). “In die tijd reed ik vooral jonge paarden”, blikt hij terug. “Het is weleens zo geweest dat we met twee vrachtwagens naar de Pavo Cup-finale gingen. Naast het WK voor Jonge Dressuurpaarden, was dat wel waar ik de hele zomer naartoe werkte. Alle overwinningen zijn heel leuk, met Rubels was het bijzonder dat het de eerste keer was. De overwinning met Vivaldi vind ik misschien wel de mooiste. We hadden hem als vierjarige niet mee laten doen aan de Pavo Cup, omdat hij nog zo jeugdig was. Als vijfjarige ging hij aan kop met 10’en van de gastruiter, dat was heel speciaal. De Pavo Cup heeft me zeker wat gebracht, ik had altijd een stal vol met jonge paarden en na verloop van tijd kon ik ook echt gaan selecteren.”

Pavo-koningin
Met negen overwinningen stond Emmelie Scholtens lange tijd bekend als Pavo-koningin. Haar eerste overwinning was in 2007 met Westpoint (v.Jazz), in 2012 sloeg ze een dubbelslag met Desperado (v.Vivaldi) en Charmeur (v.Florencio). “Ik vind de Pavo Cup altijd een heel leuk evenement en ik kijk er met veel plezier naar terug”, is ze enthousiast. “De eerste overwinning met Westpoint vergeet ik nooit meer. Ik was toen pas 22 jaar en het was een droom die uitkwam. Daarna had ik jarenlang heel veel goede jonge paarden. Het is voor de Pavo Cup belangrijk om een compleet paard te hebben met drie goede basisgangen en een fijne houding. Al die aspecten zijn onmisbaar voor een Pavo Cup-kampioen. Voor de Grand Prix kan een paard met een iets mindere stap wel weer goed genoeg zijn, maar voor de Pavo Cup wil je het liefst een paard dat alles voor een 9 kan. Dat was twintig jaar geleden zo en is eigenlijk niet veranderd. In de loop van de jaren is het wel proefgerichter geworden. Veel mensen vonden dat er in de Pavo Cup alleen groot en hard werd rond gereden. Als je een paard goed voorstelt, kun je makkelijk schakelen en is dat dus niet nodig.”

Dit is een deel van een artikel uit het nieuwste nummer van het KWPN Magazine. Wilt u graag meer artikelen lezen? Leden krijgen het KWPN Magazine, met daarin prachtige verhalen, interessante achtergrondartikelen, persoonlijke interviews en fokkerij-informatie, thuisgestuurd. Geen lid? Bestel dan het KWPN Magazine in de KWPN Webshop.

Bron: KWPN (overname niet toegestaan)
Tekst: Milou van Engeland
Foto: Jacob Melissen

Lidmaatschap KWPN

  • Iedere maand het KWPN Magazine - In de Strengen
  • Onbeperkt toegang tot KWPN.tv
  • Gratis advertenties plaatsen op KWPN Horses for Sale
Word nu lid
€22,- per jaar

JongKWPN lidmaatschap

  • Ben jij tussen de 16 en 30 jaar?
  • Ben jij geïnteresseerd in fokkerij en sport? 

Dan is JongKWPN vast en zeker iets voor jou! JongKWPN biedt een gevarieerd programma. 

Word nu lid

Official Partners


Het KWPN maakt gebruik van cookies

Wij vragen uw akkoord voor het gebruik van cookies op onze website. Meer informatie is beschikbaar in ons cookiebeleid.

Cookiebeleid