SRP: Sector sterk gewaardeerd, maar niet vanzelfsprekend
De Sectorraad Paarden monitort sinds 2019 structureel hoe Nederlanders kijken naar het houden van paarden en het gebruik van paarden in sport, therapie en andere maatschappelijke functies. De resultaten van het onderzoek uit 2025 laten een duidelijk beeld zien: de sector kan rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak.
Nederlanders zijn overwegend positief, geïnteresseerd en nieuwsgierig, mits zichtbaar wordt gemaakt hoe goed paardenwelzijn wordt geborgd. Het geeft vertrouwen dat de inzet van de sector op openheid en voorlichting zijn vruchten begint af te werpen.
Goed paardenwelzijn zichtbaar geborgd
Het grootste deel van Nederland staat positief tegenover het houden en berijden van paarden. Ook functionele inzet, zoals maneges, therapie en politie, wordt breed geaccepteerd. Paardensport en shows worden in meerderheid eveneens gesteund, maar wel meer conditioneel dan voorheen: men vindt het prima, mits het goed gebeurt. Dat is een belangrijke nuance en een kans. De maatschappelijke acceptatie is er, en groeit, zolang de sector duidelijk laat zien wat “goed” is.
Ervaring maakt mensen zowel positiever als kritischer
Het onderzoek laat zien dat persoonlijke ervaring met paarden een belangrijke factor is in hoe mensen naar de sector kijken. Mensen met paardenervaring voelen zich goed geïnformeerd en hebben een duidelijke mening. Zij zijn doorgaans positief over de inzet van paarden, óók in sport en zijn actief in het zoeken en delen van informatie. Maar deze mensen zijn ook meer bereid om misstanden te melden en zijn vaker voorstander van heldere, eenduidige regels. Deze groep is daarmee zowel een bondgenoot als een bewaker van paardensector. Mensen zonder ervaring met paarden antwoorden veel vaker neutraal. Zij voelen zich onvoldoende geïnformeerd en komen minder snel in actie. Opvallend vaak zijn zij geïnteresseerd in kennismaking met paarden en de sector. Deze groep vormt geen kritische tegenkracht, maar een groep, die openstaat voor uitleg, transparantie en ontmoeting.
Stad versus platteland: afstand bepaalt inzicht
De woonomgeving speelt eveneens een rol in de beeldvorming. In steden is de paardenervaring het laagst, wat leidt tot meer neutrale of normatief-strengere antwoorden en een sterkere roep om regels en toezicht. In dorpen bestaat een gematigd beeld: mensen hebben vaker indirect contact met paarden en combineren begrip voor welzijnsnormen met realistische verwachtingen. In het buitengebied is de kennis en ervaring het grootst en heerst veel vertrouwen in de bestaande omgangsvormen met paarden. Hierdoor wordt de maatschappelijke dialoog over paardenwelzijn niet alleen bepaald door mensen die voor of tegen zijn, maar vooral door verschillen in ervaring met en nabijheid in de dagelijkse praktijk.
Vergelijking met 2019 en 2022
Ondanks verschillen in steekproef en vraagstelling zijn duidelijke en opvallend positieve trends zichtbaar. In de onderzoeken van 2019 en 2022 werd deelnemers rechtstreeks gevraagd of er in Nederland draagvlak is voor het houden van paarden. In 2025 is de vraagstelling verfijnd en meer voorwaardelijk gemaakt, met de stelling: “Ik vind dat paarden, zolang er goed voor ze wordt gezorgd, door mensen mogen worden gehouden.” Met inachtneming de verschillen is in 2025 ten opzichte van 2019 en 2022 het draagvlak voor het houden en berijden van paarden sterk gegroeid. Zo is de neutrale groep op het vlak van houden van paarden is afgenomen van 35% in 2019 en 39% in 2022 naar 12% in 2025. En is er een groei te zien bij de groep die het (helemaal) eens is met de stelling, van 62% in 2019 en 57% in 2022 naar 87% in 2025.
Ook de acceptatie van de therapeutische inzet van paarden laat een duidelijke stijging zien. In 2022 was de neutrale groep nog 27% en de (helemaal) mee eens groep 68%. In 2025 is de neutrale groep afgenomen naar 14% en zien we een stijging bij de (helemaal) mee eens groep van 83%. Kortom de neutrale groep is kleiner geworden en meer mensen spreken zich uit en doen dat positiever dan voorheen.

De trend past bij de inzet van de sector sinds 2019 vanuit de werkgroep Publieke Opinie. Zij monitoren structureel het sentiment over de paardensector in de samenleving, zetten in op verbetering van communicatie én werken sinds 2024 aan de publiekscampagne #ditdoenpaarden die mogelijk gemaakt wordt door het Hippisch Sectorfonds. De toegenomen zichtbaarheid van positieve praktijkvoorbeelden lijkt aan te slaan. Dat sluit ook aan bij een opvallend detail uit het onderzoek 2025: één op de drie Nederlanders zonder paardenervaring komt toch informatie over paarden tegen, zonder er actief naar te zoeken. De sector is dus zichtbaar, ook buiten de eigen doelgroep.
Een positief fundament
De Nederlandse samenleving staat positief tegenover de paardensector. Er is groeiend vertrouwen, waardering en interesse. De aandachtspunten zitten vooral in het verder versterken en zichtbare borging van paardenwelzijn. Met gerichte communicatie, transparantie en het uitnodigen van het brede publiek om de praktijk te leren kennen, blijft het draagvlak stevig en toekomstbestendig. Als sector staan we er goed op én blijven we samen werken aan nóg beter. In 2026 volgt een verdieping op de resultaten van het onderzoek. De werkgroep Publieke Opinie nodigt iedereen uit om vragen of thema’s aan te dragen die extra aandacht verdienen.
Lees hier de resultaten van het onderzoek publieke opinie 2025.
Bron: Sectorraadpaarden.nl
Foto: KWPN*
