De zaterdag van de KWPN Kampioenschappen in Ermelo werd vandaag afgesloten met een clinic van Tineke Bartels en Daniel Bachmann Andersen. Ze begeleidden vier talentvolle combinaties, van vierjarige tot Grand Prix. Daarbij vroeg Tineke Daniel het hemd van het lijf over zijn visie op het in harmonie opleiden van een dressuurpaard.

De clinic begon met Vai Bruntink in het zadel van Oletaire (Ebony uit Gaia Bosksicht elite sport-dres IBOP-dres PROK van Westpoint, fokker C.J. Hoedemaker-Bos uit Zenderen) en More Romance D’Utopia RS2 (For Romance uit Wiona-Utopia elite pref prest sport-dres PROK van San Remo, fokker RS2 Dressage uit Groesbeek) onder Marijn van Dijk. Na deze jongere paarden, vervolgde het programma met Femke de Laat in het zadel van Kind Pleasure (Governor uit Famora elite sport-dres IBOP-dres PROK van Blue Hors Zack, fokker W.L. Plaizier) en Charlotte Fry met Especial (Everdale uit Ethel elite sport-dres IBOP-dres PROK van Vivaldi, fokker C.J.J. van Bavel). Deze Especial is de vader van de kersvers Pavo Cup-winnaar Everest.

Aan het been
Harmonie vormde een rode draad door de clinic, waarin de basis centraal stond. “Jij rijdt alle paarden mooi voor je uit, in harmonie zonder druk. Fokken we tegenwoordig paarden die snel aan de hulp zijn?” vraagt Tineke. “Dat denk ik wel, we fokken paarden die snel reageren. Daardoor kunnen we steeds fijner rijden, maar we moeten er wel aan denken om dat te doen”, geeft Daniel zijn visie. “Ik wil eerst voorwaarts kunnen rijden met een zacht been en met de hand naar de mond toe. Je moet nooit terugwerken met je hand, maar altijd met je hand naar voren rijden. Het gebeurt iedereen dat een paard dan eens wat sterker wordt, blijf toch met je hand naar voren denken. Daarbij wil ik dat mijn paarden snel aan het been zijn. Als ze niet reageren op een zachte beenhulp, ga ik niet harder schoppen. Ik laat mijn been juist eerst los, dan geef ik zachtjes been. Dit herhaal ik een aantal keer, een slim en gevoelig paard gaat dat snel begrijpen.”

Aanwijsstok
Tineke en Daniel lieten de amazones verschillende zijgangen krijgen om de paarden losser te krijgen in het lichaam. De basis voor deze zijgangen is het wijken. “Ik begin altijd vanaf de AC-lijn, waarop ik de hulp voor het wijken geef”, licht Daniel toe. “In het begin zal een paard dit niet begrijpen, dan leg ik zachtjes het zweepje achter het been. Zodra het paard opzij gaat, neem ik de hulpen weer weg. Het is daarbij belangrijk dat het paard gewend is aan de zweep, maar niet bang. Je moet de zweep als aanwijsstok gebruiken. Dan kun je vriendelijk blijven en harmonie creëren.”

Exterieur
Tineke: “Niet alleen als fokker kijk je naar het exterieur, dat doe je ook als ruiter. Als een paard niet perfect is in zijn exterieur, kun je alsnog ver komen. Om een paard harmonieus te kunnen trainen moet je de training afstemmen op je paard.” Daniel vult aan: “We moeten werken met de paarden die we hebben, ook als ze een wat moeilijker exterieur hebben. Sommige paarden hebben bijvoorbeeld van nature een wat moeilijkere hals, waardoor ze wat sneller te kort in de hals worden. Daar moet je je bewust van zijn, dan kun je daar zeker aan werken."

Foto: Jacob Melissen

MvE voor KWPN